Uitleg van het heilig Evangelie volgens Mattheüs

door Jozef Wijker

Uitgeverij Iveron, Almere, 2012
448 bladzijden
ISBN 9789081331500

Prijs: € 20.00

Boekhandelkorting: € 5.00

Het boek is te bestellen: stichting.iveron@gmail.com

Woord van de uitgever

De lezer, die kennis maakt met deze nieuwe uitleg bij het Evangelie volgens Mattheüs, zou de indruk kunnen krijgen dat het afkomstig is uit een ver verleden. Iedereen die zich wel eens heeft bezig gehouden met bijbelstudie kent het genre van bijbelse uitleg. In de 3e eeuw was er de uitleg van Origenes, een theoloog en filosoof en de grondlegger van de bijbelse filologie; we kennen de bijbeluitleg van Johannes Chrystostomus, leraar van de Kerk uit de 4e eeuw; de uitleg ven de heilige Hiëronymus, monnik-anachoreet en schepper van de Vulgaat, die leefde in de 4e-5e eeuw; de uitleg van Theofilactus van Bulgarijë die leefde in de 11e-12e eeuw; de uitleg van Euthymius Zigabenus, een geleerde byzantijnse monnik uit de 12e eeuw en vele anderen.

En dit zijn slechts de meest bekende werken met uitleg, die elk in een bepaalde periode grote invloed hebben gehad op de theologie. Maar hoe lang is dat al geleden! Het lijkt dat de tijd van een dergelijke manier van uitleggen voorbij is. We zijn gewend geraakt om te vertrouwen op ons eigen verstand. We denken dat de Evangeliën eenvoudig te begrijpen zijn. Hebben we nog wel een uitleg van het Evangelie van Mattheüs nodig? Kunnen we het niet zelf begrijpen? … als we tenminste de tijd nemen om het te lezen. Wie herinnert zich nu nog de waarschuwing van Johannes Chrysostomus, dat het Evangelie volgens Mattheüs juist gemakkelijk te begrijpen lijkt voor hen, die de diepte van de daarin verborgen gedachten niet begrijpen?

Juist daarom roept de tekst van Jozef Wijker verbazing en blijdschap op. De tekst biedt als het ware een innerlijk tegenwicht aan de geest van deze tijd, waarin niemand meer tijd heeft. Wij zijn niet meer gewend om langzaam en zonder haast te lezen. We lezen niet, maar kijken een tekst snel door, bladeren verder en leggen die weer weg met de gedachte dat we dat al eens eerder hebben gehoord. Jozef Wijker beluistert ieder woord van het Evangelie. Hij verheldert iedere strofe. Hij staat nauwkeurig stil bij de betekenis van iedere gebeurtenis, spreekt over de tijd en de plaats, over de betrokkenen en de getuigen. Hij verschaft daarbij uitgebreid cultuur-historische, archeologische en linguïstische informatie. Hij maakt gebruikt van interpretaties van de tekst van het Evangelie door vroegere en hedendaagse exegeten; en in het geval deze interpretaties elkaar tegenspreken, dan wendt hij zich tot de Kerkvaders, en het liefst tot Johannes Chrysostomus.

De laatste tweehondervijftig jaar heerst onder professionele bijbelkenners een geheel andere geest. Zij bestuderen het Evangelie niet als een door God geïnspireerde tekst, maar als een historisch en literair geschrift met een veelheid van culturele lagen. Volgens de orthodoxe traditie kan de Heilige Schrift alleen begrepen worden in de context van de Traditie, waar zij een onderdeel van is. Echter, volgens de heersende opvatting onder bijbelcritici is de Traditie van de Kerk niet de heilige bron van het geloof, maar is dat een verwarrend verhaal, deels zelfs gemystificeerd, een soort cryptogram, waar we de oplossing van moeten vinden; binnen het kader van een dergelijke benadering is de Heilige Schrift een soort gecodeerde tekst, die gedecodeerd moet worden. Het is niet het doel van Jozef Wijker om in discussie te treden met de critici van de Heilige Schrift en de Traditie; maar hijzelf wordt niet door hen aan het twijfelen gebracht. Hij schroomt niet om “ouderwets” te zijn. Net als de vroegere exegeten staat hij met eerbied en beving voor de Heilige Schrift als voor een Sacrament.

Tatiana Pantchenko

De kunst van het uitleggen

Het boek van Jozef Wijker begint met de uitleg van het woord ‘evangelie’ – evangelie betekent goede of vreugdevolle boodschap. En juist die gedachte, die zo eenvoudig en algemeen bekend lijkt, vormt in feite de belangrijkste inhoud van dit boek. Dat is wat de auteur op iedere pagina van zijn Uitleg van het Evangelie volgens Mattheüs laat zien. De boodschap is niet zomaar informatie, die iedere dag tot ons komt door de krant te lezen, door naar de radio te luisteren of door ons te verliezen in de krochten van het internet. De boodschap in de vorm van “het laatste nieuws” kan ons bedroeven of kan ons blij maken; wie wordt er niet blij van het bericht dat morgen in Nederland de zon zal schijnen! De boodschap van het Evangelie draagt echter een andere lading in zich, bevat een ander soort vreugde.

Het Evangelie spreekt over verlossing, over vreugde en vrijheid, over dat wat de Zoon Gods, de Mensenzoon, meebracht naar de aarde. Dat betekent dat wij voor de moeilijke opgave staan om ons niet alles zozeer eigen te maken, zoals kinderen zich lesstof eigen maken, zoals zij de informatie van school onthouden, maar zo te handelen dat de heilsboodschap van het Evangelie ons eigen vlees en bloed wordt, dat die boodschap bij ons hoort. Ergens bijhoren betekent het gevoel hebben dat je ergens thuishoort, alleen is dat thuis heel ver weg, en soms kan het lijken dat dit thuis voor ons voor altijd verloren is gegaan. Precies op zo’n moment komt Christus, Die zegt: vrees niet, maar heb geloof. “Staat op en weest niet bevreesd” (Mt. 17:7). Wij moeten Christus volgen en het ‘ons eigen maken’ van de boodschap van het Evangelie is een lange en verre weg. Op die weg vinden we vreugde, in het bijzonder als we voelen dat de Heer ons heeft gevonden als een verloren schelling: “Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had!” (Lk. 15:9). Maar de volgende dag voelen we ons opnieuw verloren en eenzaam. We zijn verdrietig, hoewel we weten dat het niet de Heer is die ons ‘heeft verloren’, maar dat wij onszelf en onze vreugde hebben verloren. De weg naar de goede boodschap is lang en Jozef Wijker nodigt ons uit om die weg samen met hem af te leggen.

Het Evangelie volgens Mattheüs is wel bijna zeker het moeilijkste van de vier evangeliën. Volgens de overlevering is het door een voormalige belastingontvanger geschreven voor zijn landgenoten, voor de joden. De joden waren immers, zoals dat genoemd wordt, het volk van het Boek, het volk van de Wet. Dat wil zeggen, dat hun kennis van de wetten van Mozes, hun kennis van de profeten op een behoorlijk hoog niveau stond. Het is daarom dat Mattheüs voortdurend verwijst naar de Heilige Schrift: “Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft” (Mt. 1:22). Maar wij hebben, als we eerlijk zijn, maar een heel vage voorstelling van wat de profeten hebben gezegd, wat er precies in de wetten van Mozes staat. (Ik denk dat diegenen die getracht hebben het boek Leviticus of Numeri door te komen, dit hartgrondig met mij eens zijn). Dus als Mattheüs verwijst naar de oude wet, begrijpen wij de betekenis van deze verwijzing slechts gedeeltelijk. Het is eerder zo, dat we een vermoeden hebben van wat er staat, maar zeker weten doen we het niet.

De tweede moeilijkheid van dit Evangelie wordt gevormd door de veelheid aan historische feiten, die men moet kennen om de woorden van Christus en alles wat er gebeurt, ten volle te kunnen begrijpen. Dat betekent, dat voordat de boodschap in haar volle omvang tot ons is doorgedrongen, zij als het ware verschillende stadia van niet-begrijpen doorloopt. Stelt u zich een persoon voor, die een berg beklimt. Van beneden af lijkt de berg niet zo hoog en lijkt twee of drie uur voldoende om bij de top te komen. Maar misschien blijkt, dat zelfs een hele dag niet voldoende is om slechts een deel van de weg af te leggen. Het duurt uiteindelijk dagen voordat de reiziger zijn doel bereikt. En dan is er een vreugde, omdat wat zich voor de ogen van onze reiziger ontvouwt, niet te vergelijken is met de voorstelling van een bewoner van het dal, die nooit hoger is geklommen dan het dak van zijn huis. Maar het belangrijkste is, dat bij het klimmen verschillende niveaus van moeilijkheid moeten worden doorlopen, dat er verschillende problemen van niet-begrijpen moeten worden opgelost.

In de bijbelwetenschap is het gebruikelijk om te spreken over vier niveaus van tekst-uiteg: het niveau van de tekstologie; het niveau van de isagogie; het niveau van de exegese en dat van de hermeneutiek. Door die zeer wetenschappelijke begrippen moeten we ons niet laten afschrikken, ze duiden in feite verschillende stadia aan van tot begrip komen van de boodschap van het Evangelie. Eigenlijk probeert Jozef Wijker ons te helpen de stadia van het niet-begrijpen te doorlopen en de top te bereiken – de blijde boodschap. Dat zal ik proberen uit te leggen.

Het eerste niveau, de tekstologie, betekent, dat we de tekst moeten vinden die we willen gaan lezen. Dan kunt u denken: zo ken ik er nog wel één; wat is daar nou moeilijk aan! Inderdaad is het zo, dat we dat probleem als regel niet opmerken. We gaan ervan uit, dat we iedere willekeurige tekst kunnen nemen en die gewoon kunnen volgen. Maar zo is het niet. Ik zal een voorbeeld geven: we zijn gewend dat het einde van het Gebed des Heren, het “Onze Vader”, als volgt klinkt: “Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, in de eeuwen der eeuwen. Amen”. Maar het is niet toevallig dat in veel uitgaven van de Bijbel (bijvoorbeeld de NBG-vertaling uit 1951) die woorden tussen haakjes staan. Die woorden staan zelfs in orthodoxe gebedenboeken niet aan het einde van ons meest geliefde gebed. Hoe komt dat? Jozef Wijker legt dit grondig uit: het gaat hier om een liturgische uitroep en die is in de tekst van het Evangelie terecht gekomen vanuit de liturgie.

Goed, laten we aannemen dat we als tekst het Evangelie hebben gekozen. Nu moeten we als het ware die tekst binnengaan, beginnen te lezen. Het woord “binnentreden” klinkt in het Grieks net als het woord “isagogie”, dat inleiding betekent. Dit tweede element is onontbeerlijk voor het begrip. Een inleiding “leidt ons binnen” in de betekenis van de verschillende woorden en historische realia. Hier legt Jozef Wijker, zo gezegd, zijn hele ziel en liefde in. Bijna op iedere pagina van het boek kan men een betoog van hem vinden over de betekenis van een woord, een kleine (of grote!) etymologische uitweiding.

Toen ik het commentaar van Jozef Wijker aan het lezen was, moest ik denken aan een van de eerste vergaderingen van de Parochieraad van onze parochie, waar ik bij aanwezig was – waarschijnlijk was dat in 1989. Jozef Wijker was toen kerkvoogd van onze parochie. Hoe groot was mijn verbazing dat tijdens de vergadering het onderwerp van de polemiek tussen hem en de rector, vader Alexis Voogd, niet een probleem in het kerkelijk leven betrof, maar de etymologie van één woord! Helaas weet ik niet meer om welk woord het ging, maar het jeugdige vuur waarmee die twee eerbiedwaardige mannen de discussie voerden, is me helder bijgebleven.

Het derde niveau, de exegese, wordt ingenomen door het trekken van de conclusie, dat wil zeggen de betekenis uit de tekst halen. De uitleg van de betekenis van een passage van het Evangelie is zonder twijfel de sterkste kant van dit boek.

Het lijkt of we daar kunnen stoppen: wat is er nog nodig als de betekenis van een zin in het Evangelie duidelijk is? De bijbelwetenschap zegt echter dat daarna nog de hermeneutiek nodig is, de kunst van de verklaring, waardoor de naar boven gehaalde betekenis de lezer bereikt. Om dat te bereiken legt de auteur niet alleen de tekst uit, maar hij zorgt ervoor dat de tekst gaat leven voor de moderne lezer. Daartoe voert hij bijvoorbeeld Nederlandse spreekwoorden en gezegden aan (zie het commentaar bij Mattheüs 5:22), herinnert hij de lezer aan gedichten, bijvoorbeeld een gedicht van Vondel “O, Kerstnacht” (zie het commentaar bij Mattheüs 2:18). Hij haalt de levens van de heiligen aan om uit te leggen, hoe zij de woorden van de Heiland hebben begrepen.

Het commentaar van Jozef Wijker bij het Evangelie van Mattheüs is geen droog academisch werk, dat op de planken van de bibliotheek stof zal vergaren. Hij redeneert samen met zijn lezer, stelt hem vragen, om vervolgens samen verder te zoeken naar de antwoorden. Dat is wat men noemt de kunst van het uitleggen. Niet eenvoudigweg de informatie, die in een tekst is gevonden, verduidelijken, maar van de tekst een boodschap maken – de vreugdevolle en goede boodschap van en over Christus, die niet voor één uitverkoren volk kwam, maar voor allen, voor ieder mens – dat is het doel dat Jozef Wijker voor ogen heeft gehad en het moet gezegd worden: hij heeft dat doel bereikt.

Aartspriester Sergei Ovsiannikov